Home Nieuws Hoge Raad: arrest gerechtshof over blokkade Pirate Bay onjuist

Hoge Raad: arrest gerechtshof over blokkade Pirate Bay onjuist

Weg open voor nieuwe blokkeringsacties
 
Vandaag oordeelde de Hoge
Raad over de blokkeringsactie die auteursrechtbeschermer BREIN heeft
aangespannen tegen internetprovider Ziggo c.s.. BREIN wil dat access
providers de toegang tot de illegale website The Pirate Bay (TPB)
blokkeren voor hun abonnees. Nadat blokkering eerst was toegewezen, werd
die in hoger beroep afgewezen. BREIN ging daartegen in cassatie bij de
Hoge Raad.
In zijn uitspraak van vandaag heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het arrest van het Haagse gerechtshof van 28 januari 2014 over de blokkade van TPB onjuist is. Op twee punten stelt de Hoge Raad vragen aan de hoogste Europese rechter: het Hof van Justitie van de Europese Unie.  
 
De Hoge Raad oordeelt dat het gerechtshof de blokkering van TPB niet had mogen afwijzen. Het gerechtshof had de blokkade geweigerd omdat die door omzeiling niet effectief genoeg zou zijn. De Hoge Raad is het oneens met dat oordeel. Op zich maakt omzeiling een blokkade volgens de Hoge Raad niet ineffectief:
 
“Voldoende is dat de blokkade -voorzover zij inbreuken niet kan verhinderen- die inbreuken bemoeilijkt en internetgebruikers het maken van die inbreuken ernstig ontraadt”, aldus de Hoge Raad. Ook mocht het gerechtshof niet verlangen dat met de maatregel alle bittorrent sites worden geblokkeerd. Die mogen ook één voor één aangepakt worden. Hiermee ligt de weg voor nieuwe blokkeringsacties tegen ISP’s in principe open.
 
Overigens bevestigt de Hoge Raad dat niet alleen gebruikers van TPB inbreuk maken maar dat ook TPB zelf directe inbreuk maakt ten aanzien van artwork (bijvoorbeeld film- en albumcovers) dat zij verspreidt.  
 
De vraag of TPB ook zelf auteursrechtinbreuk maakt legt de Hoge Raad voor aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU). Dat hof heeft in andere zaken al een stevige voorzet gegeven die er op lijkt te wijzen dat ook door TPB inbreuk wordt gemaakt, maar dit geval onderscheidt zich volgens de Hoge Raad “doordat het niet TPB is die bepaalt welke content wordt doorgegeven, maar de gebruikers van haar site”.
 
De vragen van uitleg van Unierecht waarvan de Hoge Raad beantwoording door het HvJEU nodig acht voor zijn beslissing op het cassatieberoep, zijn de volgende:

 1. Is sprake van een mededeling aan het publiek in de zin van art. 3 lid 1 Auteursrechtrichtlijn door de beheerder van een website, indien op die website geen beschermde werken aanwezig zijn, maar een systeem bestaat (als beschreven hiervoor in 3.1 en 5.5) waarbij voor gebruikers meta-informatie over beschermde werken die op de computers van gebruikers staat, wordt geïndexeerd en gecategoriseerd, zodanig dat de gebruikers de beschermde werken aan de hand daarvan kunnen traceren en kunnen up- en downloaden?
 
2. Indien het antwoord op vraag 1 ontkennend luidt:
Bieden art. 8 lid 3 Auteursrechtrichtlijn en art. 11 Handhavingsrichtlijn ruimte voor een bevel aan een tussenpersoon als in die bepalingen bedoeld, indien deze tussenpersoon inbreukmakende handelingen van derden faciliteert op de wijze als bedoeld in vraag 1?